-
1 mountain
n. berg; grote hoeveelheid[ mauntin]1 berg ⇒ heuvel, hoop♦voorbeelden:move mountains • bergen verzetten -
2 mountain(s) high waves
-
3 sea
adj. zee---------n. zee; oceaan; golf[ sie:]2 zeegolf ⇒ baar; sterke golfslag4 maanzee♦voorbeelden:go to sea • zeeman wordenput (out) to sea • uitvarenat sea • op zeebeyond (the) seas • overzee(s)by sea and by land • te land en ter zeetravel by sea • over zee/met de boot reizenthe seven seas • de zeven oceanen2 heavy sea • onstuimige/zware zeeseas mountains high • huizenhoge golvenlong/short sea • kalme/woelige zee -
4 seas mountains high
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский